Home > Leerlijn > Conceptueel > Change the system: kennis van transitie

Change the system: kennis van transitie

Hoe veranderingen op organisatie-niveau afgedwongen worden door de omgeving (en vice versa)

, , ,

NEO Toolbox

Change the system: kennis van transitie

Met deze tool

leg je de verbinding tussen maatschappelijke verandering en verandering in organisaties. Daarbij kijken we naar vijf verschillende factoren in een interne organisatie en de relatie die deze hebben met de complexiteit in de wereld zelf.

Steeds vaker horen we dat er wordt gesproken van grote maatschappelijke transities. Zoals de grondstoffentransitie, de circulaire transitie en de transitie van de economie. Iets vergelijkbaars geldt ook voor bedrijven, want zij zijn ook ‘in transitie’. Maar wat betekent dat eigenlijk? En waar ligt het verband?

Verandermanagement in lijn met transitiemanagement

In een wereld in transitie is het belangrijk dat je toegang hebt tot literatuur over innovatie en transitie. Zo krijg je als docent meer inzicht in cultuur- en innovatiemanagementvraagstukken. Daarmee kun je studenten voorbereiden op hun rol als jonge economische professional. Door deze vraagstukken beter te begrijpen kunnen zij straks kansen signaleren die een bijdrage leveren aan maatschappelijke uitdagingen. Onderstaande figuur laat zien waar de nadruk ligt binnen organisaties.

Het is belangrijk grip te krijgen op de verschillende factoren, omdat ze studenten helpen nieuwe invalshoeken te krijgen waarmee sociaal-maatschappelijke en ecologische innovatie beter kunnen bewerkstelligen. We zetten deze factoren uiteen.

  1. Het belang van cultuurverandering

    Sommige organisaties willen hun businessmodel vernieuwen van binnenuit. Zij stappen over van een enkelvoudig (financieel) beeld van waarde naar een meervoudig beeld van waarden. Daarmee staan indicatoren van succes (voorheen: financieel, bijvoorbeeld winstmaximalisatie) niet meer vast. Men zoekt nieuw paradigma’s om succes te meten en daarmee worden andere vraagstukken belangrijker. Dit herwaarderen is bij traditionele bedrijven vaak impliciet of intuïtief. Daarmee ontstaat ruimte voor interpretatie en voor vele verschillen van visie.

  2. Het belang van innovatiemanagement
    Als bedrijven meebewegen in grote maatschappelijke transities, dan moeten ze ruimte krijgen om te innoveren. Bij bestaande bedrijven ontbreekt vaak de vaardigheid om die nieuwe ideeën ook daadwerkelijk te ontwikkelen en te structureren. Dit heeft te maken met de wendbaarheid van organisaties (ambidexterity). De organisatie moeten aanpassen. Van een organisatie die voornamelijk gericht is op het efficiënt uitvoeren van processen (exploitatief) naar een organisatie die gericht is op het vinden van nieuwe mogelijkheden en kansen (exploratief) (o.a. Teece,1997, 2007).

    Organisaties die zich richten op efficiënte processen en winstmaximalisatie (exploitatief), doen dit soms met het idee iets goeds te doen met die winst (toevoegen van waarde, maar nog wel vanuit een exploitatief vertrekpunt). Wordt de scope van innovatie of meervoudige waardencreatie breder, dan wordt er wendbaarheid van de organisatie verwacht. Soms is die wendbaarheid iets dat binnen de organisatie al langer tijd niet nodig is geweest. Of iets dat zelfs als onwenselijk wordt gezien. In de literatuur over lerende organisaties wordt dit wel de “Success Trap” of “Innovation trap” genoemd. In dat geval wordt er pas geïnnoveerd wanneer de klant dat vraagt (Wang et al, 2015).oelen als het afwijken van de sociale missie, terwijl er wel degelijk meer impact gemaakt wordt wanneer ook dove ouderen geholpen worden.

    Een sociale onderneming kan bijvoorbeeld haar identiteit ontlenen aan een kleine, specifieke doelgroep, zoals eenzame ouderen die blind zijn. Stel: deze onderneming is opgericht door iemand die zelf een blinde oudere is, maar de oplossing die ontworpen is kan ook dove ouderen helpen. Dan kan dit aanvoelen als het afwijken van de sociale missie, terwijl er wel degelijk meer impact gemaakt wordt wanneer ook dove ouderen geholpen worden.

  3. Het belang van nieuwe processen gericht op een maatschappelijke bijdrage
    Bij for profit-bedrijven is de focus van bedrijfsprocessen en de daaraan gekoppelde werkzaamheden voornamelijk ingericht op het maken van financiële impact. Als er processen zijn ingericht voor sociaal-maatschappelijke en ecologische waarde is vaak een persoon verantwoordelijk hiervoor (CSR-manager of DGA), zeker bij het midden- en kleinbedrijf. Studenten werken vaak aan het voorstellen en implementeren van nieuwe processen, KPI’s, definitie van impact (waardentaal) en aansluitende verdienmodellen om de organisatie te ondersteunen in het ontwikkelen van deze processen.

  4. Het belang van alternatieve organisatievormen, zoals Steward Ownership
    Als het werken aan impact belangrijker wordt, kunnen traditionele modellen van organiseren minder passend worden. Vaak gaan sociale ontwikkelingen snel, waardoor een organisatie zich ook snel moet kunnen aanpassen aan de veranderende maatschappij. Daarnaast is het voelen van verantwoordelijkheid voor sociale impact van belang. Steward Ownership is een ondernemingsvorm die stemrecht en economisch recht loskoppelt, waardoor een onderneming zich optimaal kan richten op haar bestaansreden (wearestewards.nl). Om de bestaansreden van een bedrijf daadwerkelijk voorrang te geven op de economische belangen, helpt het dit soort organisatievormen in het diep verankeren van de bestaansreden van het bedrijf.

  5. Het belang van het ecosysteem en eigenaarschap daarin, zoals met Commons
    Ook het idee van eigenaarschap over bijvoorbeeld intellectueel eigendom kan anders georganiseerd worden, bijvoorbeeld via commons licenties. Zeker bij vormen van open innovatie kan dit een belangrijke keuze zijn, omdat hiermee voortgebouwd wordt op gedeelde kennis die daardoor door anderen opnieuw ingezet kan worden.

Transitie in een veranderend maatschappelijk speelveld

Het lastige van een wereld in transitie is dat niet alleen cultuurverandering en innovatiemanagement van belang is, maar dat je ook rekening houdt met voortdurende verandering van het maatschappelijk speelveld. Deze maatschappelijke trends komen ook binnen in organisaties: een organisatie bestaat immers uit mensen waarin verschillende vormen van betekenisverlening bij elkaar komen en met elkaar botsen.


De scheidslijn tussen de organisatie en de samenleving wordt dunner wanneer je actiever aan de slag gaat met maatschappelijke problemen. Vergelijk dit met de huid: er lijkt een harde scheidslijn te zijn tussen ons als mens en de buitenwereld. Maar tegelijk worden er allerlei stoffen uitgewisseld tussen de twee. De vraag is dan welke lessen we rondom transities en systeemdenken kunnen toepassen in organisaties, omdat de bedrijven ook een onderdeel zijn van het systeem. En daar ligt dus altijd een verband. 

Hoe kun je je daar bewust van worden?

Ten eerste is de erkenning dat kennis zeer belangrijk is van sociale en ecologische systemen waar je deel van uitmaakt als organisatie. Je wordt als organisatie onderdeel van een breder ecosysteem.

Ten tweede is het belangrijk om te begrijpen hoe ver je invloed kan uitoefenen op actoren in het systeem.. Denk hierbij aan de sferen van invloed:

Onderscheid tussen verschillende lagen van invloed, in dit geval toegepast op stadswatersystemen (Nikolopoulos et al, 2019)

Ook vraagt impact willen maken dat je je ook verhoudt tot andere organisaties die proberen om impact te maken. Daarom stelt het Impactpad, een methode die gericht is op het sturen op sociale en ecologische impact, dat het belangrijk is om een goed beeld te hebben van het stakeholderveld. Als je dat niet doet, kan het zo zijn dat jouw ingrijpen een negatief effect heeft op de moeite van een ander. Een voorbeeld hiervan is armoede. Wanneer twee verschillende partijen geld geven aan armen, kan dit ervoor zorgen dat sociale armoede juist archteruit gaat. Dit komt doordat bepaalde sociale voorzieningen weg kunnen vallen.

Dit maakt dat je rekening moet houden dat je op een andere manier moet gaan samenwerken met andere partijen die zich willen inzetten voor zo’n maatschappelijk probleem. Ecosystemen kunnen daar een onderdeel van zijn, al dan niet ingericht als Commons om open innovatie te stimuleren.