Met deze tool kan je
zien hoe systeemdenken vertaald wordt in een lesstructuur, zowel op het niveau van organisaties als op het niveau van maatschappelijke uitdagingen. Check zelf hoe dit eruit ziet binnen de lesopzet, zodat je jouw studenten kunt uitnodigen om dit traject te doorlopen.
Systeemdenken is een methode die de professional in staat stelt om systemen en elementen in systemen te analyseren op basis van relaties tot andere elementen. Hiermee kan je grip krijgen op complexe situaties zonder dat je deze platslaat tot enkelvoudige elementen.
Het Iceberg model is een veel gebruikt model daarin, omdat het illustreert hoe we vaak naar een situatie kijken (naar het topje van de ijsberg). We zien alleen wat boven water zit (net als bij de Titanic) maar niet hoe groot de ijsberg eronder is. De hieronder beschreven technieken helpen om de stap te zetten van een gebeurtenis (Y is gebeurd), naar patronen in gebeurtenissen (elke keer als X gebeurt, gebeurt ook Y) naar relaties tussen systemen (door de interactie tussen W en X gebeurt Y). En naar onze eigen zienswijzen die daar ook een bijdrage aan leveren. Voor elk van deze stappen zijn aparte werkvormen beschikbaar.
Het Water’s centre for Systems Thinking legt uitgebreid uit hoe deze methoden werken. Het gemeenschappelijke doel is om te bepalen hoe individuele componenten in een systeem zich tot elkaar verhouden en hoe onze denkbeelden hierop invloed uitoefenen. Hiermee is ze geschikt voor systemen waarin mensen een rol spelen, zoals organisaties, de economie, groepen, de samenleving etc.
Hoe verhouden deze methoden zich tot elkaar?
Het Iceberg model is een methode uit onder andere de future studies die gebruikt wordt om de werking van systemen te duiden. Het model bestaat uit vier verschillende lagen, die elk dieper liggende oorzaken en samenhang te duiden.
- De eerste laag: gebeurtenissen. We zien een losse gebeurtenis, zoals het feit dat je een keer ziek bent. Dit is in een zakelijke context het probleem waar een organisatie tegenaan loopt of een maatschappelijk uitdagend probleem.
- De tweede laag: patronen. Hierin kijken we naar de geschiedenis van mijn ziek zijn en vergelijken die met andere patronen. Bijvoorbeeld: elke keer als ik ziek ben, heb ik ook stress. Door gebeurtenissen in de tijd uit te zetten via een Behaviour Over Time Graph kan ik kijken welke gebeurtenissen hier aan gerelateerd zijn.
- De derde laag: oorzaak-gevolgrelaties. Op basis van vergelijkbare patronen en verder onderzoek worden causale relaties beschreven. Dit kan met behulp van systeemtekeningen of causal loop diagrams, die aangeven hoe de verhouding ligt tussen verschillende factoren in het diagram. In het voorbeeld van ziekte: ik eet eerder opwarmmaaltijden die minder gezond zijn wanneer ik gestresst ben en ik slaap slechter wanneer ik gestresst ben.
- De vierde laag: mentale modellen. Een mentaal model is een aantal waarden die wij hebben in de samenleving en als individu, die het gedrag veroorzaken dat er beschreven wordt. In het ziek zijn voorbeeld: we leven in een prestatiemaatschappij, waardoor ik presteren belangrijker vind dan gezondheid.
Met deze analyse kunnen aannames bevraagd worden (is presteren wel zo belangrijk)?, gekeken worden naar relevante oorzaken die het systeem kunnen kantelen (als ik eerder begin kan ik voorkomen dat ik slecht ga eten en heb ik minder stress) en kan ik de relatie zien tussen individuele gebeurtenissen.
Hiermee kunnen scherper interventies opgesteld worden, doordat duidelijk is op welke niveaus geïntervenieerd kan worden.
System archetypes
Een systeemarchetype is een veelvoorkomend patroon dat op allerlei momenten in de tijd terugkomt. Studenten geven vaak aan dat ze zich herkennen in de mechanismen die er plaatsvinden. Een van de voorbeelden die studenten aanspreekt is “Succes to the Succesful”. Wanneer we aan een project veel resources toekennen, heeft dit project meer kans op succes. Als we dan het succes vergelijken van twee verschillende projecten, waarbij we in de ene veel en de andere weinig investeren, is er de neiging om die oplossing als succesvoller te bestempelen, waarmee er opnieuw meer geld wordt geïnvesteerd.
Systeemarchetypen kunnen studenten helpen. Omdat het goed begrepen fenomenen zijn waarvan er bekend is waar je verder onderzoek naar moet doen. Dit idee komt oorspronkelijk uit het werk van Peter Senge in “The Fifth Discipline” (Senge, 2006) en Donella Meadows in “Thinking in Systems” (Meadows, 2008).
Voor meer informatie, zie William Braun in “The System Archetypes” (Braun, 2002).
Een voorbeeld van zo’n archetype is “success to the successful”. In de tool hieronder, gemaakt met Loopy (Case, z.d.), kun je op een interactieve manier kennis make met dit archetype. Klik op een pijl om het effect te zien in het systeem.